Inloggen
Topo
Filters

Groep

Vak

Type

Werkbladen
Waar hoor je de letter? [1] - woorden op -aai(t), -ooi(t) en -oei(t)
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: zwaait, snoeit, haai, strooi, bloei, zaait, maai, zwaai, tooi, groeit, draai, naait, strooit, aai.
Werkbladen
Waar hoor je de letter? [1] - verkleinwoorden op -je, -tje, -pje, woorden op -ng, -n
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: Frank, meng, kuiltje, spons, boekje, sport, bloempje, klimt, schaartje, kreeft, mank, hang, licht, denk, pech, vink.
Werkbladen
Waar hoor je de letter? [1] - verkleinwoord op -tje , verkleinwoord op -je, verklein
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: kuiltje, spons, boekje, sport, roosje, haantje, zwemt, koekje, vlecht, peertje, duimpje, trouwt, broertje, nacht.
Werkbladen
Waar hoor je de letter? [1] - verkleinwoorden op -je, -tje, -pje
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: huisje, stelt, armpje, prins, bloempje, klimt, buikje, schaartje, kreeft, briefje, kwark, kraampje, krans, wormpje, jank.
Werkbladen
Waar hoor je de letter? [1] - ch- en cht-woorden
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: pech, vink, zacht, spookt, nacht, drink, lach, honk, kucht, bootje, licht, denk, dicht, slang, prins.
Werkbladen
Waar hoor je de letter? [1] - nk-woorden, ng-woorden
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: vonk, klopt, Frank, meng, pink, ring, krant, honk, jong, bank, sterk, tang, spons, denk, recht.
Werkbladen
Waar hoor je de letter? [1] - ng-woorden, nk-woorden
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: zing, honk, plank, specht, mank, kring, denk, lucht, gong, zacht, drink, eng, bang.
Werkbladen
Waar hoor je de letter? [1] - sch-woorden, ng-woorden
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: schil, groot, schuin, krab, schoon, bruid, meng, laars, schoen, bril, gong, grot, trap, schuur, doorn.
Werkbladen
Waar hoor je de letter? [67] - mkm-, km- en mk-woorden
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: fout, gil, ruik, goot, zaag, uil, juf, deeg, geur, buit, pauw, muis, teil, lijf.
Werkbladen
Waar hoor je de letter? [64] - mkm-, km- en mk-woorden
Groep 2 , 3
Gebruikte woorden: uil, wieg, lief, wei, weg, vuist, gas, paus, fee, pauw, deeg, dag, huis, neef, buit.